Onderzoek en subsidies

Subsidies Lymph&Co Research Grant Paul Fentener van Vlissingen Fellowship Consortium Initiation grant

Hier lees je alles over onze onderzoeken en subsidies

Subsidies

Het doel van de Stichting Lymph&Co is financiering van innovatief wetenschappelijk onderzoek naar de ontstaanswijze, diagnose, behandeling en uiteindelijk het voorkomen van lymfeklierkanker. Het doel is om de vooruitzichten van patiënten met deze vorm van kanker te verbeteren. Het streven is om veelbelovend fundamenteel, translationeel of klinisch onderzoek naar lymfeklierkanker te ondersteunen en nieuwe kansen te creëren voor patiënten met lymfeklierkanker.

De Stichting Lymph&Co hanteert hiertoe drie verschillende vormen van ondersteuning, nl. de Lymph&Co Research Grant, een Consortium Initiation Grant en het Paul Fentener van Vlissingen Lymphoma Fellowship. Voor de Lymph&Co Research Grant wordt jaarlijks een subsidieronde georganiseerd, voor de andere twee subsidies kunnen continu aanvragen ingediend worden.

Subsidie oproep Lymph&Co Research Grant

Het is weer mogelijk om een aanvraag in te dienen voor de Lymph&Co Research Grant. De deadline voor het indienen van een korte aanvraag is 7 september 2023. Meer informatie over de voorwaarden en tijdlijn kunt u lezen op de speciale pagina voor de Lymph&Co Research Grant.  

 

Door Lymph&Co gefinancierde onderzoeken

In 2015 werd het eerste door Lymph&Co gefinancierde onderzoek opgestart aan het AMC in Amsterdam door prof. dr. Marie José Kersten, internisthematoloog en prof. dr. Steven Pals, patholoog: “Het beter begrijpen van lymfeklierkanker: op weg naar gepersonaliseerde therapie”

Per 1 juni 2017 start het tweede door Lymph&Co gefinancierde onderzoek aan UMCG – Groningen door dr. J.L. (Joost) Kluiver en prof. dr. J.H.M. (Anke) van den Berg: “Inzicht in de ongeremde groei van lymfeklierkankercellen”.

In september 2017 konden wij opnieuw bekendmaken een volgend onderzoek te kunnen financieren: ‘Omgevingsafhankelijkheid als Achilleshiel van lymfeklierkanker: ‘thuisloosheid’ als therapie” door onderzoeker/projectleider Dr. M (Marcel) Spaargaren – AMC.

Tijdens de Hollandse 100 in maart 2019 heeft dr. M.L. (Marianne) Boes, werkzaam bij het UMC Utrecht, een cheque ontvangen voor haar driejarig onderzoek naar een vaccin tegen lymfeklierkanker. Zij werkt samen met dr. V. (Victor) Peperzak, ook UMC Utrecht, en dr. F.A.G. (Friederike) Meyer- Wentrup, kinderoncoloog bij het Prinses Máxima centrum.

In 2020 zullen twee nieuwe onderzoeken door Lymph&Co gefinancierd worden. Dr. A.G. (Aileen) Rowan gaat met haar team van het Imperial College in Londen onderzoek doen naar hoe T-cel lymfoom ontsnapt aan het afweersysteem. In het Amsterdam UMC zal prof. dr. A.P. (Arnon) Kater onderzoek doen naar immuuntherapie voor SLL/CLL.

Alle door Lymph&Co gefinancierde onderzoeken op een rijtje:

 

1) Het beter begrijpen van lymfklierkanker: op weg naar gepersonaliseerde therapie – prof. dr. Marie José Kersten, internisthematoloog en prof. dr. Steven Pals, patholoog – AM

Ongeveer één op de 50 personen krijgt tijdens zijn of haar leven de diagnose lymfklierkanker. Alleen al in Nederland komen er meer dan 4.000 nieuwe patiënten per jaar bij en dit aantal neemt toe. Ondanks intensieve behandelingen overlijden in Nederland jaarlijks meer dan 1.000 patiënten als gevolg van deze ziekte.

Lymfklierkanker is een kwaadaardige ontsporing van afweercellen die daardoor ongebreideld groeien. Er bestaat een groot aantal verschillende vormen van lymfklierkanker met zeer verschillende ziekteverschijnselen, behandelingen en prognose. Ondanks het feit dat patiënten met lymfklierkanker een intensief behandeltraject doormaken, gaan er nog steeds patiënten dood aan deze aandoening. Verdere verbetering van de prognose lijkt niet te verwachten door intensivering van de chemotherapie. Onderzoek om een beter begrip te krijgen van wat er in de lymfklierkankercellen misgaat en van de processen die ten grondslag liggen aan de groei van deze cellen, kan leiden tot het identificeren van nieuwe manieren om lymfklierkanker gericht aan te pakken.

Het onderzoeksteam van UMCG

2) Inzicht in de ongeremde groei van lymfeklierkankercellen –
dr. J.L. (Joost) Kluiver en prof. dr. J.H.M. (Anke) van den Berg
– UMCG

Lymfeklierkanker is een kanker van de witte bloedcellen en kan worden onderverdeeld in diverse varianten met grote verschillen in mate van agressiviteit en genezingskans. Hoewel de behandel methodes de afgelopen jaren verbeterd zijn, overlijden jaarlijks nog veel patiënten aan de ziekte zelf of aan late gevolgen van de intensieve behandelingen. Duidelijk is dat er veel behoefte is aan nieuwe, effectievere therapieën met minder bijwerkingen en minder negatieve gevolgen op de lange termijn. Om dit mogelijk te maken is het belangrijk om de biologische processen die veranderd zijn in de tumorcellen goed te doorgronden.

Zeer recentelijk heeft ons team een netwerk van tumorcel groei bevorderende eiwitten en specifieke korte en lange niet-eiwit coderende RNA moleculen in lymfeklierkanker blootgelegd. Deze niet eiwit-coderende RNA moleculen spelen een belangrijke regulerende rol in de groei van de tumor cellen.

3) Omgevingsafhankelijkheid als Achilleshiel van lymfeklierkanker: ‘thuisloosheid’ als therapie -Dr. M (Marcel) Spaargaren – AMC

Lymfeklierkanker is een kwaadaardige ontsporing van afweercellen, meestal B-lymfocyten. Voor hun groei en overleving zijn lymfeklierkankercellen sterk afhankelijk van, of zelfs verslaafd aan, signalen uit hun micro-omgeving in de lymfeklieren of het beenmerg (hun ‘thuis’). Onze hypothese is dat we deze afhankelijkheid van signalen uit de micro-omgeving kunnen gebruiken als Achilleshiel van de kankercellen. Door de lymfeklierkankercellen los te maken en uit hun vertrouwde omgeving te verdrijven (ze worden ‘thuisloos’) krijgen ze geen groei- en overlevings-signalen meer waardoor ze ten gronde gaan. Oftewel: het induceren van ‘thuisloosheid’ als therapie.

Het onderzoek richt zich op het identificeren van de signalen en moleculaire processen welke betrokken zijn bij de regulatie van het nestelen, hechten, vasthouden en uitgroeien van de lymfeklierkankercellen in de lymfklieren en hoe deze signalen, m.b.v. reeds beschikbare of nog te ontwikkelen slimme remmers, kunnen worden geblokkeerd. Het doel is om nieuwe (combinatie-) therapieën te ontwikkelen tegen lymfeklierkanker waardoor de behandeling en prognose voor patiënten met lymfeklierkanker aanzienlijk zal verbeteren.

Beide onderzoeksteams van AMC Amsterdam op het ijs van Thialf
Dr. M.L.Boes

4) V-D-J gerecombineerde B-cel receptoren als aanknopingspunt voor immuuntherapie tegen lymfoom – Dr. M.L. (Marianne) Boes – UMC Utrecht

Non-Hodgkinlymfoom, ofwel lymfeklierkanker, is een kwaadaardige aandoening waarin een bepaald soort witte bloedcellen, lymfocyten, ongecontroleerd gaan delen. In 2015 kregen in Nederland ruim 1800 mensen de diagnose agressief non-Hodgkinlymfoom; de gemiddelde overleving is nu slechts ongeveer 62%. De afgelopen jaren is zogenoemde antigeen-specifieke immunotherapie succesvol gebleken voor verschillende soorten kanker, maar voor non-Hodgkinlymfoom nog geen effectieve immunotherapie gevonden. Er zijn nog maar weinig aanknopingspunten, ofwel antigenen, voor immunotherapie bekend. De onderzoekers zoeken in dit project naar unieke verschillen tussen gezonde cellen en B-cel lymfoomcellen en testen of deze gebruikt kunnen worden als aangrijpingspunten voor kanker immunotherapie. Bij de zeldzame mantelcellymfoom bleek deze immunotherapie effectief voor het verwijderen van kwaadaardige cellen. In hun project zal de groep in het UMC Utrecht testen of deze antigenen voor immunotherapie ook werken voor drie verschillende soorten B-cellymfoom. Gebaseerd op hun voorwerk verwachten ze dat deze aangrijpingspunten in non-Hodgkinlymfoom te vinden zijn en niet in gezonde cellen, en bovendien voor immunotherapie bruikbaar kunnen zijn. Op deze manier verwachten ze een vaccin te kunnen ontwikkelen tegen lymfeklierkanker.

5) Ontwijken van de cytotoxische immuunreactie tijdens het ontstaan van T-cel lymfoom – Dr. A.G. (Aileen) Rowan – Imperial College London

Dr. Aileen Rowan gaat met haar team onderzoeken of er een therapie te vinden is, die de ontwikkeling van Adult T-cel Lymfoom, ATL, kan voorkomen. ATL is een agressieve vorm van lymfeklierkanker van T-cellen die geïnfecteerd zijn door een virus (HTLV). Er is momenteel nog geen werkzame behandeling.

T-cellen die geïnfecteerd zijn met dit virus komen al voor in het bloed in het voorstadium van de ziekte. Dit biedt een unieke kans om te bestuderen hoe deze cellen ontsnappen aan het immuunsysteem.

Het team van Aileen Rowan voor St. Mary's Hospital in Londen

De onderzoekers denken dat:

  1. de T-cellen, die geïnfecteerd zijn met het virus, al ontsnappen aan het immuunsysteem voordat ze kwaadaardig worden.
  2. De mate waarin een patiënt met ATL een afweerreactie kan opwekken bepaalt of behandeling met mogamulizumab aanslaat. Dit is een antistof die kwaadaardige T-cellen afbreekt,.

In de komende vier jaar wil het team onderzoeken of er tijdens de vorming van lymfeklierkanker veranderingen zijn in de cellen, die verklaren waarom deze ontsnappen aan het afweersysteem en hoe dit de behandeling met immuuntherapie beïnvloedt. Lymph&Co ondersteunt dit vierjarige onderzoek met € 708.297.

Het onderzoeksteam van Arnon Kater

6) Behandeling van CLL/SLL met verbeterde immuuntherapie
(Chimere Antigen Receptor T-cellen (CAR-T)) – Prof. Dr. A.P.
(Arnon) Kater – Amsterdam UMC

Small lymphocytic lymphoma (SLL) en chronisch lymfatische leukemie (CLL) zijn twee vormen van dezelfde ziekte. Bij SLL zitten de kwaadaardige B cellen voornamelijk in lymfeklieren en bij CLL in zowel lymfeklieren als in het bloed. Deze aandoening is de meest voorkomende vorm van leukemie/lymfoom in de Westerse wereld en is op dit moment niet te genezen, ondanks nieuwe en effectieve medicijnen.

Naast chemotherapie en de nieuwe targeted therapieën kunnen ook eigen afweercellen ingezet worden om kwaadaardige B cellen te bestrijden. Het meest succesvol is de zogenaamde CAR T cel therapie waarbij eigen afweercellen (T cellen) aangepast worden om de kwaadaardige B cellen te kunnen opsporen en vernietigen. Deze behandeling is heel succesvol bij acute leukemie en agressief lymfoom maar is op dit moment veel minder effectief in CLL/SLL. De tumorcellen in CLL/SLL verstoren de energiehuishouding van de T cellen van de patiënt, hebben kater en zijn groep onlangs laten zien. Hierdoor werkt CAR T cel therapie niet voor deze ziekte.

Arnon Kater en zijn team zullen bestuderen hoe de kwaadaardige B cellen de energiehuishouding van de T cellen verstoren. Ze zullen vervolgens proberen de T-cellen zodanig aan te passen dat de energiehuishouding kan normaliseren.

Als dit lukt kan CLL/SLL beter worden behandeld en misschien zelfs worden genezen. CLL/SLL is een van de zeer weinige ziekten waarvan de kwaadaardige cellen afkomstig van patiënten direct in het lab getest kunnen worden. Hiervoor stelt Lymph&Co de komende vier jaar € 824.000 beschikbaar.

 

7) Onderzoek naar remming van KDM5 als doelgerichte therapie voor KMT2D-mutaties in non-Hodgkin lymfoom – Prof. dr. J. (Jude) Fitzgibbon – Queens Mary’s Barts Cancer Institute – London

Lymph&Co ondersteunde een internationaal samenwerkingsverband tussen drie gerenommeerde onderzoeksgroepen naar een betere behandeling voor lymfklierkanker. Voor dit onderzoek was 1 miljoen euro toegezegd voor vier jaar.

Door het vertrek van verschillende partners uit het consortium, was het niet meer mogelijk om het onderzoek zo uit te voeren als voorgesteld in de subsidieaanvraag. Daarom heeft Lymph&Co besloten haar steun in te trekken.

8) Chemische afbraak van CBP/p300 om lymfklierkanker te behandelen – Dr. Christopher Ott, Massachusetts General Hospital – Charlestown, USA

De onderzoeksgroep van dr. Christopher Ott in het Massachusetts General Hospital en Harvard Medical School ontvangt van Lymph&Co een subsidie van €1.000.000 euro voor een onderzoeksproject van vier jaar. Deze onderzoeksgroep houdt zich bezig met het maken en testen van geneesmiddelen voor de behandeling van lymfeklierkanker.

Lymfeklierkanker ontstaat vaak door veranderingen in het DNA die er voor zorgen dat er afwijkende eiwitten gemaakt worden, die niet goed functioneren. Onder invloed van deze afwijkende eiwitten veranderen normale witte bloedcellen in witte bloedcellen die abnormaal snel delen en zo kanker kunnen veroorzaken. Er is  al een aantal therapieën voor lymfomen ontwikkeld om het ontstaan van deze afwijkende eiwitten aan te pakken. Alhoewel deze therapieën al met succes zijn ingezet om patiënten met sommige typen lymfoom te behandelen, hebben nog steeds te weinig patiënten baat bij deze therapieën.

De onderzoeksgroep van dr. Ott richt zich op de eiwitten CBP en p300, die in 40% van de B-cell lymfomen een mutatie hebben. Met de subsidie van Lymph & Co gaan zij een mogelijk nieuw geneesmiddel (dCBP-1) intensief bestuderen. Zij hebben dCBP-1 zelf in hun laboratorium ontwikkeld. Dit middel richt zich op de twee eiwitten die vaak veranderd zijn in lymfomen (CBP en p300). dCBP-1 is bijzonder, omdat het de eiwitten CBP en p300 afbreekt. Veel middelen remmen de functie van zo’n afwijkend eiwit, maar dit middel verwijdert deze eiwitten volledig uit de tumorcellen door een proces dat “chemisch veroorzaakte afbraak” wordt genoemd.

De groep van dr. Ott verwacht dat dit nieuwe middel uiteindelijk zal leiden tot een nieuwe therapie voor patiënten met lymfeklierkanker.

 

 

9) Kan de ontsteking die in kankercellen ontstaat door chromosomale instabiliteit gebruikt worden voor de behandeling van lymfeklierkanker? – Prof. dr. ir. Floris Foijer, UMC Groningen

De onderzoeksgroep van professor Floris Foijer in het UMC Groningen gaat met steun van Lymph&Co onderzoek doen naar het effect van ontstekingsremmers op de behandeling van lymfeklierkanker. Hij ontvangt hiervoor een subsidie van € 698.877,- voor vier jaar.

 

Fouten bij de celdeling
Ons lichaam bestaat uit heel veel kleine bouwsteentjes, die cellen worden genoemd. Bijna alle cellen hebben een soort handleiding in zich opgeslagen, dat is onze erfelijke code. Die code is nodig zodat de cellen hun werk kunnen doen. Die code ligt vastgelegd in ons DNA en bij mensen is dat verdeeld over 46 pakketjes, die chromosomen worden genoemd.

Telkens als een cel zich deelt, en dat gebeurt heel vaak, wel 250 miljard keer per dag, moeten die 46 chromosomen worden gekopieerd tot 92 chromosomen. Die verdubbelde chromosomen moeten dan eerlijk verdeeld worden over de twee nieuwe cellen. Maar bij lymfomen, een bepaald soort kanker, maken de kankercellen fouten bij het verdelen van de chromosomen. Dat noemen we chromosomale instabiliteit (CIN). Door CIN kunnen cellen een afwijkend aantal chromosomen krijgen. En omdat de chromosomen belangrijk zijn voor de functies van de cel, kunnen veranderingen in de code ervoor zorgen dat cellen dingen gaan doen die ze niet zouden moeten doen, zoals ongecontroleerd delen. En dat kan leiden tot kanker.

Gezonde cellen maken bijna nooit zulke fouten, maar kankercellen wel. Daarom proberen wij in ons onderzoek manieren te vinden om specifiek die cellen met CIN aan te pakken en kanker beter te behandelen.

Stress reactie
Om dat te kunnen doen, moeten we eerst goed begrijpen wat er precies gebeurt als cellen hun chromosomen verkeerd verdelen. We hebben ontdekt dat die fouten ervoor zorgen dat de kankercel stress krijgt. Die stress kan uiteindelijk leiden tot een ontstekingsreactie in het lichaam, waarbij het immuunsysteem geactiveerd wordt om de gestreste cellen op te ruimen. Wat interessant is, is dat we hebben ontdekt dat de kankercellen die vaak deze fouten maken heel gevoelig zijn voor bepaalde stofjes die de stressreactie blokkeren. Een van die stofjes is een geneesmiddel dat al gebruikt wordt bij reumapatiënten; het heet Tocilizumab. We hebben dit medicijn getest op cellen die juist wel of juist niet fouten maken bij het verdelen van chromosomen. Het bleek dat de cellen die deze fouten maken veel gevoeliger zijn voor Tocilizumab. Dit betekent dat deze ontstekingsremmer misschien gebruikt kan worden bij de behandeling van kanker.

Ontstekingsremmer
“In dit project gaan we onderzoeken of dit ook werkt bij verschillende vormen van lymfoom. We gaan gebruikmaken van nieuwe technologieën en samenwerken met hematologen van over de hele wereld. We willen ontdekken welke lymfomen vaak fouten maken bij het verdelen van chromosomen en vervolgens kijken of lymfomen die slordiger zijn met chromosomen inderdaad gevoelig zijn voor het blokkeren van de stressreactie in de kankercellen. We gaan ook testen of het gebruik van de ontstekingsremmer Tocilizumab de huidige behandeling van lymfoom effectiever kan maken en voor welke soorten lymfoom dit geldt. Daarnaast gaan we onderzoeken of het mogelijk is om in sommige gevallen minder chemotherapie te geven door gebruik te maken van deze remmer, om zo de bijwerkingen van de behandeling te verminderen. We hopen dat ons werk in de komende jaren zal leiden tot klinische onderzoek, waarbij we kunnen testen of de ontstekingsremmer Tocilizumab effectief is bij patiënten met lymfoom”.